donderdag 21 maart 2013

Beestjes



Mama, kun jij mij Pou kado geven? Waaat, whuaaat? Pou, die is heel lief. Vrees om het hart: weer een paardenwens erbij? Neehee, tsgg mama, Pou! Iedereen heeft hem! Je moet hem voeren en hij slaapt en hij poept soms, ogendrollen. Ogendr..laat maar, we hebben het er straks wel over. Dit alles gaat namelijk via de whap, omdat mijn geliefde eerstgeborene nu een telefoon heeft. Wacht. Een TELEFOON!!!! heeft. Is bedoeld voor mama's in paniek die kroost niet kunnen vinden. Niet voor whaps over onbestaande, ogendrollen poepende beestjes, die -na een check - eruit zien als een omgekeerde muffin met een bril. Whap's die mama's ontvangen als ze op hun kop in een klerenkast zitten, tussen 700 paar nude/zand/grijze laarsjes van gelijke hakhoogte. Die moeten worden gesorteerd/weg/op marktplaats, want nieuwe aanwinsten kunnen er niet meer bij. En zeg nou zelf: waar gaat dit leven over, als niet over nude laarsjes met hakken?

Vijf uur later komt de wens voor Pou weer langs, in de gesproken vorm. Mama, geef hem mij nou kado, want ik heb er geen geld op staan. Geen geld waarop schat? Op de telefoon natuurlijk, tgg, mama!! Maar woont zo'n Pou dan? Ja, ook gewoon op de telefoon natuurlijk, wat is er nou zo moeilijk aan? Gloeilampmoment bij mama... Aha, het is een app, ik snap het nog net.  Dan koop je hem met je Itunes kaart toch? Neehee, daar staat toch maar 38 cent op? Heut? Ja, ik heb toch Granny Run gedownload. Granny Run? Ja, zo'n oma met een knot die ontsnapt uit het bejaardentehuis en mensen omver schopt. Oh, mijn toekomst beeld dus...Ik haak af.

's Morgens ben ik niet op mijn best, dus wordt er weer toegeslagen. Ik laat mij de woonplaats van Pou aanleunen en voor ik de eerste boterham heb gesmeerd is er al geklikt en gedrukt en typt mijn dochter op gezette plaatsen: kado van mama, geef nu kado, Klickklik en ploep, weer een beestje erbij.  Ik ga naar schoohool. doeiii. Zucht. En bedankt. Ik begrijp mijn moeder ineens weer veel beter. De helft van de virtuele wereld van mijn kind kan ik al niet meer volgen, en ik ben nog onder de 45, zonder protheses.






maandag 18 maart 2013

Schaapsherders moeten schapen herden!

Hoezee en hoera, ik ben er weer op!!! Ik heb het hier enorm beveiligd en dus ook mezelf buitengesloten. Maar nu heb ik mezelf gehackt, fijn!! Ik heb al lang niet meer geschreven. Shakespeare echter ook niet. Het is niet alsof er niks gebeurt, integendeel, maar dingen zijn gewoon niet geschikt voor iedereen, en ook al is het hier beveiligd, bepaalde berichten moeten ook per bericht op slot. Dus eens zoeken hoe dat moet, op een regenachtige zondag dat er hier geen 7 miljoen mensen door mijn huis lopen, die allemaal na 3 seconden iets willen eten of drinken, zodat de keuken vol continu in gebruik is. Zo moet ik nog schrijven over Isabel de gestoorde, een schildervrouw die mij opzadelde met 5 vierkante meter grafzerk-schilderij in de keuken, over mensen die vol goeie moed gingen kamperen, en over mijn vrienden van Pay Pal, die mij alweer over het draadje hebben getrokken. Maar dat een andere keer, eerst moet ik het blog-wachtwoord op mijn kont laten tatoeëren. Hij is er groot genoeg voor. Nu moet ik iets kwijt over mensen die gaan skiën. Voor wie het nog niet life had gehoord. Die mensen waren wij dus. Een tijd geleden zat ik een beetje te dippen. De winter duurt inmiddels 3 jaar en het sneeuwde alweer, ik ontdekte naast rimpels ook pukkels op mijn gelaat, iets waar ik slecht mee deal. Ik zeg namelijk: maak een keuze: ben je 40 of 15? Je kunt niet allebei hebben. En nog zo wat meer. Dus bedacht P de ultieme lift me up: even op vakantie. De linkerkant van mijn lip ging al iets omhoog tot hij riep: lekker skiën in de bergen. Hm. In die zin staan al 2 woorden waar ik niet van hou. De andere woorden zijn sneeuw/sport/kou. Ik heb nog gesparteld en gegild, maar de kinderen hadden het s woord gehoord en raakten volledig door het lint. Voor de volledigheid: er werd nog gestemd: wie wil er op ski vakantie en wie niet, maar bij het zien van 3 hoopvolle vingers bij wie wil, heb ik mij berust. In no time was er een kast (chalet) geboekt in Frankrijk, inklusief ski les en huur van ski parafernalia. Zo snel is ie normaal nooit. Voor ik het wist was het zo ver en zouden we de volgende dag vertrekken. Omdat het low budget moest bedacht P dat we dan wel in het voren konden koken. Dat vond ik een goed idee, want elke euro voor sneeuw/berg/kou, zijn er 2 teveel. Maar toen de portie macaroni en boerenkool klaar was, vond hij het lang niet genoeg, dus kookte ik wat meer en vertrokken wij met 3 kilo gekookte macaroni en 5 kilo boerenkool en weer een propvolle auto naar de bergen. Naar Zuid-Frankrijk is altijd een feest voor mij, maar niet in de winter. Aan alles komt een eind dus na 10 uur arriveerden wij in 'de bergen'. Eerste shock: als je in Z-France uit de auto stapt, is het dus niet altijd 40 graden. Wat zeg ik: -12 was het. En mijn humeur ook. Na gefrummel en gedoe de kast gevonden waar wij sliepen, 1 kilo macaroni opgewarmd en naar bed, in afwachting van de eerste ski dag.... Om 9 uur liepen wij, gekleed in zeven lagen berenvel, met handschoenen, mutsen, helmen en brillen op naar de ski verhuur. Voor de passen op zak waren, had Gijs al 3 keer als een kever op zijn rug in de sneeuw gelegen, door de zwaarte van al die ski schoen/jas/broek/helm ellende en van lamlendigheid. In de winkel van de ski zooi was het een geduw en getrek, en erg warm, met honderdtachtig lagen kleding. Ik wijd niet uit over het passen van schoen en ski, daar heeft Sylvia Witteman al een blog aan getypt. Wel moet ik even kwijt dat het plaatsen van een weegschaal in de winkel, en de vraag wat weegt u - ook al is ie in het Frans gesteld - gewoon not done zijn. Kom op zeg! Voor we de winkel uit waren lagen de stokken van ons, en mede skiërs op de vloer, en Gijs lag er naast voor de 4e keer. Maar wat er ook op de grond lag, het was niet zijn schuld. In de gondel die berg op. Daar is een foto van, ik plaats hem niet, je krijgt zo wel een idee. Op de berg was het wit, en er was 1 houthok waar je druipkaas kon eten. Op plastic stoelen, naast smeltende sneeuw. Bejaarden en babies zoefden voorbij op ski's, terwijl wij naar de les strompelden. Daar stond een cliché: een 13 jarige parttime schaapherder die Yoan heette. Follow me, zegt de druif, en dat deden we dan maar. Aan het begin van een ijzingwekkende scheve heuvel zegt hij: leave ze sticks, waarop mijn kids braaf (luisterden ze altijd maar zo), de stokken opzij smeten en zich de berg afwierpen met louter ski's aan, het elfje achterna. Leave ze sticks? Echt niet, dacht ik nog, maar lief zei doe nou maar. Op hoop van zegen erachteraan, maar waar de rots begon was ik al in vertwijfeling. Hoe rem je hier eigenlijk, riep ik nog, onderwijl spiedend naar mijn kroost. Achter mij hoorde ik roepen pizza punt pizza punt, maar ik had al gegeten en gedronken en begon te krijsen van ellende. Op links ontwaarde ik lief, die ik met doodsverachting vastgreep en riep: HIER BLIJVEN JIJ!!!. De ski gek Yoan pirouette inmiddels alweer de heuvel op en riep tegen lief: you're not helping her. Lief wijst op het waternivo achter mijn lelijke grote bril alsof hij wil zeggen: ik kan maar beter niet loslaten. Na een barre tocht kwamen we in het dal, waarop ik de ski's rigoreus afklikte, de stok-die lift-heet vastklemde en mij omhoog liet sleuren. Kroost kwam mij op de terugweg voor de tweede keer tegemoet, maar dan de andere kant op. Bovenaan riep de schaapherder dat ie of mij, of de kids kon lesgeven, want het nivo tussen moeder en kids was te groot. Dit werd aan lief gezegd, want zij die niet skiede, was direct ook lucht voor de ski held. Ik zeeg op het terras (vermolmde plankenvloer) van het eetchalet neer en kwam er de rest van de dag niet af. Toen de zon eindelijk onderging en we weer naar de kast mochten ging ik met kids in de gondel en lief skiede de enorme rots af. Onderaan sleepten wij de ski's/latten/helmen/brillen/gieters/verhuisdozen/eenpersoonsbedden (die laatste allemaal niet natuurlijk, maar het waren zoveel dingen die we sleepten, dat het er ernstig op leek), een heuvel op om ze in een speciale skizooikast te proppen. Femke was ik uit het oog verloren, Gijs strompelde voor mij. Bovenaan de berg lag Gijs voor de honderdste keer op zijn rug, waarop ik de wanhoop nabij krijste: OPSTAAN NOU,IK BEN ER KLAAR MEE!! Hij draait zijn hoofd om en zit volledig onder het bloed. Gruwel!! En paniek. Femke zoek, Paul op rots en Gijs, slagaderlijke bloeding? Geen paniek suste ik de man, want ineens was ie braaf en de liefste en moest hij gered. Ik probeerde zo goed en kwaad de huisraad in de kast van 2 millimeter te proppen, ondertussen voorbij gestapt door woedende, geen hand uitstekende, mede skiers die mompelden 'dat ik zo in de weg zat. En wie was dat bloederige, druipende kind naast die vrouw op de grond: tsk tsk!'. Eindelijk boven schrobde ik het bloed weg en bleek Gijs een grote snee op de rand van kin en hals te hebben. Hij was bovenop de scherpe ski rand gevallen. Geen zwaluwstaart in de verbanddoos, dus knipte ik er rap 4, door schoonmama ooit aangeleerd, uit pleisters. Lief kwam aangezoeft van de berg en hield de snee dicht. En 's avonds aten wij macaroni. De rest van de week verliep in betrekkelijk rust. Op dag twee was ik een uur in gesprek met mezelf en ski's, bovenaan een heuvel. Ik vond dat ik dit toch moest leren/durven/doen, kijk toch wie het allemaal doen. Na een uur heb ik het opgegeven en heb ik mijn kroost en lief aangemoedigd nogmaals de lift beet te grijpen en weer 'die mooie berg op te gaan'. Ik had 1 boek bij me dat in een middag uit was, het dorp onderaan de rots herbergde wel 0 boekwinkels, en ik had geen internet, dus hay dayen kon ook niet. Op dag drie heb ik een week internet kaart gekocht, en op dag vier had ik verbrandde lippen door verkeerde zonne lipbalm. Op dag 5 skieden mijn kinderen de rots af, samen met door mij tot in afgrond gehaatte schaapsherder en lief, die ik wonderlijk nog steeds liefheb, ondanks zijn rare sport-hobbies. Applaus. Op dag 6 stonden wij 4 uur in de file bij Lyon, op weg naar huis, waar geen sneeuw lag. Gelukkig ging het 's avonds, drie uur voor thuiskomst, in de Ardennen voor de verandering toch sneeuwen. Stel je voor. De snee in Gijs zijn kin is mooi geheeld trouwens. Het ei op zijn hoofd dat hij een week later opliep tijdens het spelen heeft er langer gezeten. Volgend jaar zit ik in het vliegtuig naar de zon, daar waar geen sneeuw ligt of bergen zijn. En al zeker geen schaapherders.