maandag 3 juni 2013

K*nkerzooi

Zo. Ik oefen met het woord.

Alhoewel deze post niet zo past in dit blog, gooi ik t hier erop. 1 blog is al niet bij te houden, laat staan dat ik voor dit een eigen blog moet maken. DIT is al een vijfde aanwezige hier in huis. Dus komt het hier, in de als uitlaatklep bedoelde blog. En ik denk niet echt dat er meer over volgt. Maar volgens vriend N moet ik schrijven, dat helpt, en ik geloof hem. Hij heeft helaas veel ervaring.

1 april werd ik ziek. Gewoon een buikvirus. Heb ik 2 x per jaar. Is wiskundige formule: veel spanning=buikgriep. Na anderhalve week had ik nog kramp, dus naar de huisdok. Dok riep dat t nog wel een paar dagen kon duren. Na 2 weken kwam de griep terug. Ook niet onbekend bij mij. Rollend over de vloer met mijn buik vast, voelde ik iets hards. Dat, met pijn en misselijkheid, maakte dat lief en ik zaterdags naar het ziekenhuis scheurden met vermoeden: blindedarm. Eerste hulp dok daar stelde gerust: nee, was het niet. Maar wel even laten kijken.Eigen dok stelde een roer-in-de-poep onderzoek voor (details voor een leukere blog), en ik riep dat ziekenhuis dok een buikecho voorstelde. Hm, hm, ok dan. Een week later was die een feit. Met niet als verwachte uitkomst: een ingekapselde ontsteking, die het virus aan de gang houdt. Ja, 'kan', zei de hork dok, maar kon ook iets anders zijn. De verpleegster zag mijn opengevallen mond en grote ogen, die nog net een stukje rug van de weglopende dok konden zien. Ja...ehm, kan een poliep zijn, of de ziekte van Crohn. Gealarmeerd piepte ik: ik heb toch geen tumor? Mwah, nah, mwheu, ja, dat weet ik niet hoor. Ga morgen maar bloedprikken. Toedels.

De bloedprik op vrijdag leverde smiddags een telefoontje van huisdok: kom maandag praten, we kijken verder want je ontstekingswaarden zijn verhoogd. Een lastig weekend volgde, want ik had ineens niet niks. Overigens voelde ik me inmiddels wel weer ok, beetje slap, maar 2 weken ziek en dat wil wel. En ondertussen was ik ook nog wat muurtjes op kantoor lief gaan verven. Beetje zweterig, maar wel gezellig. Maandag belde dok: graag een coloscopie en snel. Want: ' als het iets ergers is, zijn we er snel bij'. Nee, ik wil geen slang in mijn bil. Nee, ik wil niks hebben. Nee, ik wil niet. Een uur later belde de internist: kom morgen op spreekuur. De dag ging in een blur. Dus zaten lief en ik dinsdag bij dok 2 in Tiel. Ja, een coloscopie en snel. Maar dok: ik had virus, nu bult, dus ontsteking, Toch? Toch? Kan, zei dok 2. Ik wil nooit meer 'kan' horen. Coloscopie werd gepland binnen week. (de leuke dingen van het spreekuur als: 'nu wil ik even in de bil voelen. dat meent u niet? heeft nog niemand dat gedaan? Nou...neuh...' bewaar ik even).

De scopist op 14 mei was na zijn pijniging tot hoog nivo vrij snel en duidelijk: deze cellen zijn niet goed. Ze zijn vrijwel altijd kwaadaardig. Maar dat had u vast wel gedacht. Wuuwatt? Nee dus. Ja, oh... Nou, dat zijn ze dus, morgen krijgt u een ct scan voor eventuele uitzaaiingen, ik wil een operatie binnen 2 weken, en dan eventueel een chemo traject. U mag naar huis. Dat was een lastige rit. Mama zat thuis vol goede moed. Kinders geen idee.

Woensdag de ct scan. Ik probeer het gezicht van de radioloog te lezen. Hij kan pokeren. Over 8 dagen de uitslag. De paniek, verwarring, ontreddering, angst, het verdriet, de angst, de angst de ANGST......

Er volgde een vakantieweek van school. Er werd 5 dagen regen voorspelt. Buiten. Femke mocht mee met lief vriendinnetje op vakantie, mensen dichtbij werden voorzichtig ingelicht. Gijs ging naar Oma F. Wij gingen 2 dagen zwemmen. Lief had zwem, massage, eten en lekker bed geregeld. Lief is zo lief.

Donderdag 23 mei naar Tiel, bij dok 3. Dok 3 moet vooral opereren en niet praten denk ik. 'Gaat u zitten'. Enige prietpraat. 'U heeft dikke darm kanker. Met een vlekje op de lever, wat een uitzaaiing kan zijn. Dus er moet geopereerd en chemo. Maar niet in Tiel, lever is niet onze specialiteit. U gaat naar UMC Utrecht.' Op alle vragen (wat is mijn kans, wat gaan ze doen, hoe snel, wie wat waar kregen we een weet ik niet, u gaat naar Utrecht.). Zo. Buro weer schoon. Dr. van de Beek, Tiel. Dus don't go there. We hadden een paar heel slechte dagen. En de vorige waren al niet jofel.

Gelukkig belde smiddags dok 4, uit Utrecht. Vol uitleg, begrip, uitleg en oh ja, uitleg. Over wanneer ik werd besproken, of ik nog kon eten. Of de boel nog 'doorliep'. Geen tips hoe ik mijn rondrollende razende hoofd in bedwang kon houden. Die zijn er niet. Maar dok 4 is ok. En dag later belde een vrouw uit Utrecht dat ik woensdag op het spreekuur van de oncoloog kon komen. Lief belde huisarts dok, of ie misschien niet eens langs wilde komen. Ohja, was wel een idee. Weer een lang weekend. Er wordt veel gewandeld, ook in de regen.

Maandag weer dok 4 aan de telefoon: check dat ik woensdag kwam? Ja, ik kom. En aan het einde: u moet weten dat we alle middelen en wapens hebben dit de baas te worden. Strohalm. Dok 4 so far ok.

Woensdag Utrecht: Dok 5, die onder een bordje Cancer Center opereert. Met verpleegkundige aan tafel ter steun. Maar daar voor het eerst antwoorden en steun: zowel darm, als lever zijn operabel. Klieren zijn zorgwekkend, want vergroot. Dus daarvoor chemo. Nam alle tijd. Dok 5 chapeau. Verpleegkundige daarna nog hulp en steunvragen. En planning van MRI scan. Om de lever nog goed te bekijken. Want de lever, dat kan ook een litteken zijn. Of een bloedvaten kluwen. Zeg niet, dat geeft hoop. Terwijl ik me had ingeprent: lever is ook fout. Twee dagen later de MRI scan. Ook niet op mijn lijst favo dingen om te doen. Uitslag 12 juni. En een dag later telefoon: operatie darm 14 juni. Daar.

En dat is het. Ik voel me nu ook ziek, een soort griep. Buikpijn. Pijn in de milt (zit het daar ook? nee, lichaam is topsport aan het leveren met immuunsysteem en is moe). Dus ook moe. Afnemende eetlust. Terwijl ik dat 2 weken geleden nog niet had. Bij een langzaam groeiende tumor, hoe kan dat zo snel? Lief is thuis. Hij zorgt en zorgt. Hij rent met paracetamol, maakt schema's van wie wat moet en wanneer ik moet slapen. En wandelt met mij. Hij heeft zelf geen ontspanning. En dat vind ik sneu. Ik kan niet ontsnappen aan mijn hoofd.  Hij wel, maar doet het niet genoeg.

Over wat we de kindjes hebben verteld kan ik niet bloggen. Als ik daaraan denk, dan gaat mijn hoofd er vandoor en zit ik ook nog zonder kop. Zonder haar straks is al erg. Maar Femke is positief want: het kan goedkomen is bij haar het komt goed. Gijs snapt het niet zo, maar onder de oppervlakte...

Dus dat. Verder is iedereen om ons heen zo lief. Kaartjes, sms-en, bellen, langskomen, bloemen, hulp aanbiedingen, vlierbessen aanmaak, aansterk voeding leveranties, pleegzuster bloedwijn, lekkere badolie, een cd met voorbereiding op rustige operatie, een krijtstift met opdracht: maak krijtbord en iedereen moet erop schrijven, een boekje met kankerwoorden voor kinderen, bij mij zitten als lief even weg is, wandelen met mij, grappige kadootjes. Allemaal super veel dank daarvoor. Het helpt mijn rondrollende hoofd. Het staat nu zwart op wit. Ik ga weer plat. Hopen op slaap. Dan weer een dag dichter bij de operatie.